Zaltbommel start met 'afkoppelsubidie'

ZALTBOMMEL - Hogere temperaturen, heftigere buien, droogte en overstromingen. Het klimaat verandert. Om de omgeving leefbaar te houden, moet de samenleving zich aanpassen. Het Lokale Adaptatie Programma Zaltbommel wil de plannen daarvoor duiden. Een van de dingen die noodzakelijk zijn is meer vergroenen en vaker afkoppelen. Alles voor een klimaatbestendig en waterrobuust Zaltbommel in 2050.

De gemeente wil daarom actiever de aanleg van groene daken stimuleren en wil minder verharding in tuinen toestaan om toenemende hittestress en wateroverlast tegen te gaan. Veel regenwater verdwijnt nu via regenpijpen het riool in. 'Jammer, want dat water zou beter direct naar planten en bomen kunnen gaan. En bij heftige regenval raken riolen overvol'. Aldus de gemeente die 50% van het regenwater, wat via daken opgevangen wordt, rechtstreeks de grond in laten gaan. Daarom bedacht men een ‘afkoppelsubsidie’ waarmee inwoners en bedrijven hun regenpijn kunnen ‘afkoppelen’ van het riool en het water anders kunnen opvangen in hun tuin.

Ook zijn er in het plan maatregelen opgenomen om bewustwording te vergroten, om tuinen te vergroenen, om extra water op te slaan en een groenfonds om ook extra groen in de openbare ruimte aan te brengen.

Inwoners
Ondertussen is de gemeente ook zelf al bezig met klimaatadaptatie. Bijvoorbeeld, op initiatief van de wijkraad, de aanplant van 70 bomen op het Parkeiland die schaduw bieden aan spelende kinderen en recreanten. Deze aanpassingen gaat de gemeente zoveel mogelijk samen met inwoners doen. Hiervoor gaat de gemeente de komende jaren langs alle dorpen en wijken om samen met bewoners te kijken hoe hun omgeving meer klimaatbestendig kan worden gemaakt.

Aan de slag
Wethouder Gijs van Leeuwen: ‘Dit kan de gemeente niet alleen, iedereen zal een bijdrage moeten leveren. Als we met elkaar stappen zetten en projecten met elkaar verbinden is ons gestelde doel in 2050 haalbaar. Het is belangrijk dat we nu aan de slag gaan. Ik zie uit naar de samenwerking met inwoners en bedrijven voor een leefbare en waterrobuuste leefomgeving.’