Landbouwminister Piet Adema bezoekt Zaltbommel en Hurwenen

ZALTBOMMEL / HURWENEN: Donderdag (16-11) bezoekt Landbouwminister Piet Adema Zaltbommel en Hurwenen. Alles in het kader van de naderende verkiezingen op 22 november aanstaande.

De demissionair minister wordt om 13.00 uur ontvangen door Gilco Grandia (CU Zaltbommel). De laatste is zelf ook kandidaat op de landelijke CU-kieslijst. Het gezelschap maakt een rondje door het centrum van de stad Zaltbommel. Daarna gaat Adema naar de nabijgelegen Bommelerwaard, naar Hurwenen. Daar gaat de bewindsman in gesprek met ondernemers van vijf natuurinclusieve bedrijven die het gebied beheren, om te horen wat er speelt en wat er nodig is voor de toekomst om dit gebied succesvol te kunnen blijven beheren.

Uitdagingen
Gilco Grandia in een reactie: ‘Zaltbommel is een stad met veel historie, en is de plek voor als je van natuur houdt en graag vaak wandelt of fietst! Die verbinding tussen stad en omringend platteland en natuur laten we graag aan onze minister van Landbouw en Natuur zien. Met alle mooie kanten, maar ook de uitdagingen die we daarin zien.’

Natuurinclusief
Minister Piet Adema laat weten: ‘De veelgehoorde tegenstelling tussen natuur en landbouw is niet juist en achterhaald. De natuurinclusieve boeren in Hurwenen zijn daarvan een inspirerend voorbeeld! Natuur en landbouw gaan daar hand in hand. Zeker, het is onontkoombaar dat de landbouw moet verduurzamen en meer in balans moet komen met de omgeving. Maar ik zie daarin veel kansen en voorbeelden hoe het wél kan. Vooral jonge boeren hebben mij de afgelopen tijd laten zien dat zij willen en kunnen verduurzamen. Zij zijn de toekomst.’

Duidelijkheid
Adema stelt dta boeren cruciaal zijn voor het beheer van het landschap. Zij kunnen een grote rol spelen in het leveren van de zogenaamde ecosysteemdiensten. Denk aan houtwallen, bloemenranden of waterbeheer. 'Maar', zegt Adema, 'ondernemers hebben wel duidelijkheid nodig en een overheid die betaalt voor wat een boer levert, en een markt met consumenten waarvoor duurzame én diervriendelijke producten de norm zijn.’